Het projectielassen vindt toepassing bij lassen van gestampte en geperste dan wel voorbewerkte onderdelen maar ook overlapverbindingen kunnen gemaakt worden zoals bij het puntlassen. Vaak gaat het hierbij om lippen, bouten en moeren die verbonden moeten worden op relatief dunne plaat. Karakteristiek voor het projectielassen is dat op korte afstand van elkaar verbindingen gemaakt kunnen worden zonder dat de kwaliteit van de verbindingen elkaar beïnvloeden zoals bij het puntlassen wel het geval is (shuntwerking). Na het met kracht samendrukken van de te
lassen delen tussen de elektroden ondervindt de stroom verschillende overgangsweerstanden, namelijk:
De elektroden zelf moeten een zo gering mogelijke weerstand aan de lasstroom bieden. Daarnaast moeten zij bestand zijn tegen de hoge mechanische krachten die optreden. De elektroden zijn bij seriematige productie vaak aangepast aan de te verbinden delen, bijvoorbeeld hol als het gaat om het verbinden van een bout op een plaat. Om de temperatuur op de contactplaats elektrode/werkstuk laag te houden worden de elektroden met water gekoeld. De lastijd is bij projectielassen zeer kort omdat de warmte zich anders teveel over het werkstuk verspreidt; de meeste metalen geleiden de warmte immers zeer goed. Bovendien heeft een te sterke verhitting een ongunstige invloed op de kwaliteit van de las. De laslens(en) wordt volledig ingesloten door de te verbinden delen en hoeft verder niet te worden beschermd tegen atmosferisch invloeden.