Bij het projectielassen is in principe een goede kwaliteit van de lasverbinding realiseerbaar. Hierbij speelt de oppervlakteconditie van de te verbinden metalen een belangrijke rol maar is minder belangrijk dan bij het puntlassen. Een probleem vormt echter de controle van de lasverbinding. Bij het projectielassen is voor de meeste toepassingen het lasresultaat op geen enkele wijze direct visueel controleerbaar, terwijl ook de bekende niet destructieve onderzoekmethoden zoals ultrasoon- en röntgenonderzoek beperkt toepasbaar zijn. De sterkte van de verbinding is uiteraard minder dan een continue lasverbinding. Ook ten opzichte van de vermoeiingssterkte zijn verbindingen die door middel van het projectielassen vervaardigd zijn van mindere kwaliteit dan continue lasverbindingen. De hoge productiesnelheden die met het projectielassen realiseerbaar zijn vormen vaak de belangrijkste overweging het proces in te zetten.