Plasmalassen wordt in principe nooit handmatig toegepast, maar bijna altijd gemechaniseerd of volautomatisch. Het smeltlassen (gedeeltelijke penetratie) dat meestal met de hand wordt uitgevoerd heeft maar een beperkt aantal voordelen ten opzichte van het TIG lassen.
Het zogenaamde key-hole lassen (volledige penetratie) wordt altijd volledig gemechaniseerd uitgevoerd. Het key-hole plasmalassen heeft als voordeel dat de lasboog door het plaatmateriaal heen- brandt hetgeen eenvoudig met behulp van optische cellen kan worden gedetecteerd.
Bij geavanceerde regelsystemen maakt men van deze informatie gebruik en koppelt men op deze manier de doorlassing terug naar de lasparameters (lassnelheid, stroomsterkte). Bekende toepassingen van automatisering en mechanisering zijn het orbitaal plasmalassen, het lassen van langsnaden in roestvaststalen pijpen en het uit de zij lassen van roestvaststalen ketels of opslagtanks. Apparatuur voor het plasmalassen wordt slechts sporadisch gekoppeld aan lasrobots in tegenstelling tot het TIG-lassen.