Voordelen
Nadelen
Lasfouten bij laserlassen
Lasfouten die vaak voorkomen zijn:
1. Scheuren en poreusheid
Wanneer het materiaal veel verontreinigingen bevat, ontstaan poreusheid en lasspatten. Met poreusheid bedoelen we gaatjes in de las. Je kan dit voorkomen door het materiaal te controleren op:
Let op: staal met meer dan 0,3% C heeft neiging tot scheuren.
2. Oxidatie en/of verkleuring
Dit treedt op bij onvoldoende gasbescherming tijdens het laserlassen. Je kan dit voorkomen door de volgende zaken te controleren:
3. Ondersnijding
Bij ondersnijding is er onvoldoende toevoegmateriaal om de lasnaad te vullen.
Je kan ondersnijding voorkomen door eerst te controleren of:
4. Onvoldoende lasdiepte
Controleer:
Afstellingsfouten
Ook kunnen lasfouten veroorzaakt worden door een onjuiste afstelling van de lasermachine. Deze afstellingsfouten kunnen zijn:
1. Verschuiving focuspositie
Bij een foutieve focuspositie verandert de lasspotgrootte. Dit heeft grote invloed op de lasdiepte en lasbreedte. Om het probleem op te lossen, moet de focuspositie goed gezet worden.
Controleer:
2. Te hoge of te lage lassnelheid
Bij het lassen met een verkeerde lassnelheid is de lasdiepte te klein of zakt de las in.
Controleer:
3. Fout in beschermgastoevoer
Het toepassen van een beschermgas is een belangrijke stap bij het laserlassen.
Te weinig beschermgas kan voor een verkleuring van de las zorgen. Ook kan er een poreuze las ontstaan, die in sommige gevallen moeilijk zichtbaar is.
Teveel beschermgas zorgt voor wervelingen boven het smeltbad. Daardoor kan ook buitenlucht worden aangezogen waardoor er een poreuze las kan ontstaan.
Controleer:
4. Opspanfouten product
De lasnaden moeten bij het laserlassen zeer zorgvuldig worden uitgelijnd. Een onjuiste opspanning van het product kan ervoor zorgen, dat de lasnaden niet nauwkeurig zijn.
Controleer:
5. Fout in draadtoevoersysteem
Bij het laserlassen met toevoegdraad kunnen er zich ook een aantal fouten voordoen. Als de positie van de toevoegdraad in het smeltbad niet goed is, kan er een poreuze las ontstaan. Ook is het belangrijk dat het toevoegmateriaal regelmatig toegevoerd wordt. De controle op het draadgeleidingsysteem is hierbij erg belangrijk.
Controleer:
6. Besturingsfouten
Het is mogelijk dat de lasermachine (laser, robot, veiligheidssysteem) niet goed aangestuurd wordt door het laserlasprogramma. Dit kan resulteren in storingsmeldingen en het niet functioneren van de lasermachine.
Controleer:
7. Lasfouten door kwaliteit werkstuk
Met werkstukkwaliteit bedoelen we hoe goed het materiaal zich laat lassen.
Controleer: