Onder thermisch spuiten vallen een aantal technieken, waarmee een gesmolten metaal of kunststof op een substraat wordt gespoten, met het doel om dat substraat bepaalde eigenschappen mee te geven, zoals:
Er zijn diverse applicatietechnieken waaronder vlamboogspuiten, plasmaspuiten, autogeen draad of -poederspuiten, HVOF (High Velocity Oxygen Fuel = hogesnelheid-spuiten), detonatiespuiten e.a.
Één techniek ervan echter willen we kort nader belichten nl. het zinkspuiten.
Zinkspuiten is uitgevonden door dr. M.U. Schoop en wordt daarom ook wel schooperen genoemd. Het zinkspuiten wordt vrijwel altijd toegepast (op staal) vanwege de goede corrosiewerende eigenschap.
Een schoopeerlaag wordt aangebracht in laagdiktes van ca. 25 – 80 µm, is stoot- en slijtvast en enigszins ruw en poreus. Vanwege deze porositeit wordt er meestal aanvullend een organische deklaag aangebracht. De poreuse struktuur van de schoopeerlaag geeft hiervoor een zeer goede hechting.
In plaats van zink worden, vanwege de hogere weerstand tegen corrosie, ook aluminium en zink-aluminium legeringen toegepast. Hierbij worden meestal hogere laagdiktes (150 µm en meer) aangebracht dan bij het schooperen. Ook deze lagen kunnen aansluitend van een organische deklaag of impregneer worden voorzien.