Het meeste staal wordt tegenwoordig continu gegoten, waarbij de gestolde gieteling in plakken (breedte ca. 1250mm, dikte ca. 225mm) gesneden wordt. Een dergelijke plak wordt vanaf ca. 1200°C warmgewalst tot dikten van 1,5mm tot 25mm. Voor koudgewalst staal wordt meestal uitgegaan van warmgewalst staal met een dikte van ca. 2mm. Nadat de aanwezige oxidehuid van het warmband is weggebeitst, wordt het staal koudgewalst tot de gewenste einddikte (tot ca. 0,10mm). Vervolgens wordt het hardgewalste staal zachtgegloeid en licht nagewalst (skin pass) waarbij door keuze van de walsrollen de gewenste oppervlakteruwheid wordt gecreëerd. In de dikteoverlapping tussen warmband en koudgewalst (1,5mm – 3,0mm) zal alleen voor koudgewalst gekozen worden wanneer nauwere diktetoleranties en/of betere oppervlaktegesteldheid vereist worden.
In het verre verleden is voor koudgewalst staal een onderscheid gemaakt in breedband (breedte > 600m) en smalband (breedte <600mm). Het ligt voor de hand dat bij het koudwalsen van breedtes <600mm nauwere diktetoleranties te realiseren zijn dan bij koudwalsen van breedtes >600m. In de materiaalnormen blijkt dan ook dat de mechanische eigenschappen voor breedband (EN-10130) volledig overeenkomen met die voor smalband (EN-10139), maar dat maattoleranties voor breedband (EN-10131) duidelijk afwijken t.o.v. die voor smalband (EN-10140). In principe is breedband enigszins goedkoper dan smalband, maar bij op maat gesneden strip is nauwelijks te herleiden of dit uit breedband of uit smalband komt.
In het recente verleden is een duidelijke verschuiving van blank staal naar voorbedekt staal opgetreden. Tegenwoordig wordt het grootste gedeelte van het koudgewalste staal als thermisch verzinkt (senzimir) of als elektrolytisch verzinkt (zincor) geleverd. Aangemerkt dient te worden dat na thermisch verzinken de vervormings eigenschappen duidelijk inferieur zijn aan blank koudgewalst, maar dat de vervormingseigenschappen door electrolytisch verzinken nauwelijks beïnvloed worden.
Materiaalsoorten
EN 10152 | Rp0.2 | Rm | A80 | r90 | n90 | |
Re | Re | |||||
N/mm2 | N/mm2 | % | ||||
aanduiding | max. | min. | min. | min. | ||
DC01+ZE | 280 | 270-410 | 28 | |||
DC03+ZE | 240 | 270-370 | 34 | 1,3 | ||
DC04+ZE | 220 | 270-350 | 38 | 1,6 | 0,16 | |
DC05+ZE | 190 | 270-330 | 40 | 1,9 | 0,19 | |
rgemidd | ngemidd | |||||
DC06+ZE | 190 | 270-350 | 37 | 1,8 | 0,20 |
|
Inhoudsopgave | ||||
EN 10130 Koudgewalst staal | ||||
blz. | ||||
Voorwoord | 4 | |||
1 | Onderwerp en toepassingsgebied | 5 | ||
2 | Normatieve verwijzingen | 5 | ||
3 | Termen en definities | 5 | ||
4 | Aanduiding | 5 | ||
5 | Eisen | |||
5.1 | Staalbereiding en vervaarding van het product | 5 | ||
5.2 | Desoxidatiewijze | 6 | ||
5.3 | Chemische samenstelling | 6 | ||
5.4 | Leveringstoestand | 6 | ||
5.5 | Keuze van eigenschappen | 6 | ||
5.6 | Mechanische eigenschappen | 6 | ||
5.7 | Oppervlakte-eigenschappen | 6 | ||
5.7.1 | Algemeen | 6 | ||
5.7.2 | Oppervlakte kwaliteit | 6 | ||
5.7.3 | Oppervlakteaspect | 6 | ||
5.8 | Vloeilijnen | 7 | ||
5.8.1 | Algemeen | 7 | ||
5.8.2 | Nagewalste producten | 7 | ||
5.8.3 | Niet nagewalste producten | 7 | ||
5.9 | Geschiktheid voor deklaag op het oppervlak | 7 | ||
5.10 | Lasbaarheid | 7 | ||
5.11 | Toleranties op afmetingen en vorm | 7 | ||
6 | Keuring en beproeving | 7 | ||
6.1 | Algemeen | 7 | ||
6.2 | Keuringseenheden | 7 | ||
6.3 | Aantal beproevingen | 7 | ||
6.4 | Monsterneming | 7 | ||
6.5 | Beproevingsmethoden | 7 | ||
6.6 | Herhalingsproeven | 7 | ||
6.7 | Keuringsdocument | |||
7 | Merken | 7 | ||
8 | Verpakking | 7 | ||
9 | Klachten na levering | 7 | ||
10 | Door de koper verstrekken gegevens bij de bestelling | 8 | ||
Bijlage A | (normatief) | Werkwijze ter bepaling van de plastische-anisotropiecoëfficiënt r | 11 | |
Bijlage B | (normatief) | Werkwijze ter bepaling van de verstevigingsexponent n | 13 | |
Bijlage C | (informatief) | Lijst van nationale normen die overeenkomen met EURONORMEN, | ||
waarnaar wordt verwezen | 15 | |||
Bijlage D | (informatief) | Lijst van staalsoorten die overeenkomen met vroegere nationale | 16 | |
aanduidingen | ||||
Bijlage E | (informatief) | Bibliografie | 17 |