Bij meerdere buigmethoden kan grensverlegging (kleinere buigradius en betere vorm- en maatnauwkeurigheid) worden bereikt door tijdens het buigproces een extra axiale druk- of trekkracht uit te oefenen. Door een axiale drukkracht wordt scheurvorming van de buitenradius van een buis uitgesteld. Hierdoor kan met een kleinere radius worden gebogen. Het gevaar bestaat wel dat er eerder plooivorming in de buiswand bij de binnenradius optreedt. Drukkend buigen komt het beste tot zijn recht bij dikwandige buis. Wanneer een axiale trekkracht tijdens het buigen wordt uitgeoefend, dan wordt de plooivorming in de buiswand bij de binnenradius onderdrukt, waardoor met een kleinere radius gebogen kan worden. De kans van scheurvorming in de buitenradius is echter groter. Het trekkend buigen is het meest effectief bij het buigen van dunwandige buis. Een voordeel is ook dat in het algemeen door drukkend en strekkend buigen een betere vorm- en maatnauwkeurigheid wordt verkregen.
Bij doornbuigen is het drukkend en strekkend buigen vaak geïntegreerd in het proces. Door bewegingsmanipulatie van het gereedschap en aanpassing van de tribologische omstandigheden tussen het gereedschap en het buismateriaal wordt een drukkende of strekkende axiale kracht bewerkstelligd. Om de wrijvingsweerstand te vergroten is het mogelijk om een speciaal poeder herhaaldelijk op het gereedschap aan te brengen.